Ik sta bij een klein meertje, vlakbij mijn huis, waar de waterlelies als zonnetjes mij toelachen.
Het is een idyllisch plekje tussen de oude bomen met hun diep groene bladeren. Ik hoor de vogels zingen. Ik vind het heerlijk om hier te zijn en dank mijn wandelstokken, want ze zijn een steun voor me nu het wandelen wat moeizaam gaat.
Het is bijzonder om te kunnen genieten van de natuur, de stilte, de geur van jasmijn, de wind door mijn haren en de zon die mij verwarmt. Ondanks de pijn in mijn rug, die me soms gevangen houdt, voel ik me uitverkoren om deel te mogen zijn van dit moment.
Ik voel dat ik adem, dat ik leef, dat de aarde mij draagt.
Zoals de natuur de levenskracht heeft om volop te bloeien, zo ontluikt dat in mij en telkens als ik daar ja tegen zeg, voel ik een zachte kracht door mij heen stromen.
Dat doet me goed. Ik weet dat ik steeds opnieuw de keuze heb om me te openen voor deze levenskwaliteit, voor mijn spirituele levensruimte en de waarde van wat ik eigenlijk ben en dat het niets te maken heeft met mijn fysieke omstandigheid.
Het heeft dus geen zin om anders te wensen, maar aan te nemen dat dit nu mijn realiteit is. Dat geeft ruimte voor de weg naar binnen, waar ik me innerlijk vrij voel en waar liefde voelbaar is. Het is een warm gevoel van ontluikende liefde die de rugpijn verzacht en mij laat vertrouwen dat het leven goed is.
Als je liefde de ruimte geeft,
om in jezelf waarlijk aanwezig te mogen zijn,
dan ben je bereid,
om alles wat niet liefde is,
kwijt te raken.
Anandajay